| |
| |
| |
Over de auteurs en samenstellers
Terry Agerkop
studeerde gitaar aan het Utrechts Conservatorium (1963-1968), vervolgens etnomusicologie aan het Interamerikaans Instituut voor Etnomusicologie en Folklore (INIDEF) te Caracas (1971-1972) en muziekwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam (1989-1991). In het verleden was hij werkzaam bij het INIDEF te Caracas (1968-1971) en bij het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (MINOV) in Suriname, als hoofd van de Afdeling Cultuurstudies (1978-1987). Van 1987-1988 doceerde hij etnomusicologie aan de Muziekschool van Brasilia. Momenteel is hij weer werkzaam voor het INIDEF, als hoofd van de afdeling Etnomusicologie. Agerkop richt zich vooral op musicologische studies en documentatie van de muziekculturen van Suriname, het Caribisch gebied en Latijns Amerika, in het bijzonder de muziek van de Saramakaners in Suriname.
| |
Krish (Krishnedat) Bajnath
heeft Engelse taal- en letterkunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit te Leiden, met als doctoraal bijvak Hindi taal- en letterkunde. Thans is hij als docent Engels verbonden aan de Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs te Paramaribo, waar hij tevens cursusleider van de studierichting Journalistiek is.
| |
Chandra van Binnendijk
volgde de School voor de Journalistiek in Utrecht (1977) en is sindsdien werkzaam in de Surinaamse journalistiek. Maakte deel uit van redacties bij dagbladen, de radio en een nieuwsagentschap. Sinds 1988 werkt zij free-lance, onder andere als medewerkster van De Ware Tijd, met name op het gebied van kunst en cultuur.
| |
Hillary de Bruin
volgde een opleiding L.O. Muziek (1980) en is sindsdien werkzaam bij de Afdeling Cultuurstudies van het MINOV, sinds 1987 als waarnemend hoofd. Ze schreef muziek- en cultuurrecensies voor Surinaamse dagbladen en stelde radio- en tv-programma's over muziek samen. Vanaf 1985 is zij als full time bestuurslid verbonden aan het gemengd koor Troki.
| |
| |
| |
Mildred H. Caprino
studeerde geschiedenis in Panama en Suriname (MOB). Zij is nu werkzaam bij het MINOV, Afdeling Curriculum Ontwikkeling en verbonden aan diverse onderwijsinstellingen. Ze is tevens redactielid van het blad Opvoeding en onderwijs van de katholieke onderwijzersbond. In 1990/91 verzorgde zij het programma ‘Historische Kaleidoscoop’ bij Radio Suriname Internationaal.
| |
Christiaan H. Eersel
behaalde zijn hoofdakte als onderwijzer in Paramaribo en studeerde af in de Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Was onderwijzer aan lagere, middelbare en kweekscholen in Suriname, directeur van het Taalbureau en Bureau Volkslectuur (1960-1969), minister van Onderwijs en Volksontwikkeling (1969), kanselier van de Universiteit van Suriname en docent Taalkunde aan verschillende hogere instituten tot 1988, sindsdien gepensioneerd. Hij publiceerde onder meer het Surinaams woordenboek Sranantongo (met Max Sordam, 1985/1989) en ‘Taalpolitiek en sociale mobiliteit in Suriname, 1863-1985’, in OSO 6 nummer 2, dec. 1987.
| |
Paul Faber
is kunsthistoricus en sinds 1986 verbonden aan het Museum voor Volkenkunde Rotterdam, vanaf 1991 als coördinator presentaties. Co-auteur van Moderne kunst in Afrika (Zutphen, 1980) en Kunst uit een andere wereld (Rotterdam, 1988).
| |
Sharda Ganga
regisseert, schrijft, acteert af en toe, en leidt het universiteitstheater. Ze is mede-oprichter en secretaris van de Surinaamse Drama Federatie.
| |
Michiel van Kempen
is vast literatuurrecensent van het dagblad De Ware Tijd en de Weekkrant Suriname. Publiceerde verschillende artikelen en boeken over Surinaamse letterkunde, onder meer De Surinaamse literatuur 1970-1985 (1987) en Surinaamse schrijvers en dichters (1989). Stelde vier bundels samen met werk van Surinaamse verhalenschrijvers en een bloemlezing uit het werk van Michaël Slory, als ook Suriname-specials van de tijdschriften Deus ex Machina, Preludium en De Gids. Hij werkte mee aan verschillende vertalingen en naslagwerken.
| |
Gloria Leurs
studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en is sinds 1980 verbonden aan het MINOV, Directoraat Cultuur, belast met beeldende kunst en monumentenzorg. Was van 1982 tot 1986 directeur van het Surinaams Museum. Schrijft regelmatig recensies in de dagbladen. Daarnaast is zij secretaris van de Stichting Monumentenzorg Suriname, secretaris van de Stichting Initiatiefgroep Bouw Nieuw Museum en voorzitter van de commissie die het vergunningenstelsel met betrekking tot de uitvoer van antiek en kunst regelt.
| |
Marlène Aminah Lie A Ling
is balletpedagoge en danseres in klassiek, modern en caractère dans. Startte in 1975 in Suriname een eigen balletschool en schreef zelf balletten. Van 1978 t/m 1982 was zij soliste en choreograaf van het Nationaal Ballet Suriname. Vanaf 1986 artistiek directeur van ‘Marlènes ballet’, met buitenlandse optredens in Cayenne (Frans Guyana), Haïti en Nederland. Zij ontwikkelde een Surinaamse moderne dansstijl.
| |
André Loor
is historicus. Was jarenlang werkzaam in het lager, middelbaar en kweekschool onderwijs; van 1972 tot 1979 hoofd van de afdeling Culturele Zaken van het Ministerie van Onderwijs. Doceerde daarna geschiedenis aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren tot zijn pensionering in 1992. Was ruim twintig jaar de samensteller en presentator van tv-programma's over Surinaamse geschiedenis, schrijver van talloze artikelen en auteur van onder meer Schakels met het verleden, de geschiedenis van de cartografie van Suriname (Paramaribo, 1973), De historie van het geld-, krediet-, en bankwezen van Suriname (Paramaribo, 1992) en het boek Jairam vertelt (Paramaribo, 1973) ter gelegenheid van honderd jaar Hindostaanse immigratie.
| |
| |
| |
Henna Malmberg-Guicherit
is cultureel antropoloog, als docent verbonden aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren.
Was jarenlang werkzaam in het Surinaams Museum en als Hoofd Museumwezen op het Directoraat Cultuur van het MINOV.
| |
William Man A Hing
studeerde rechten in Leiden. Is als advocaat gevestigd in Amsterdam. Zijn belangstelling gaat uit naar de geschiedenis van Suriname en de geschiedenis van de overzeese Chinezen.
| |
Thomas Polimé
volgde in Nederland een opleiding sociaal-cultureel werk en werkte vervolgens in combinatie met een studie Culturele Antropologie onder andere bij het Zeister Zendingsgenootschap als coördinator van het noodonderwijs onder Surinaamse vluchtelingen in Oost-Suriname en Frans Guyana. Werkte als wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht. In samenwerking met prof. dr H. Thoden van Velzen verscheen Vluchtelingen, opstandelingen en andere bosnegers in Oost-Suriname (1988). Nu werkzaam als coördinator welzijnsinstelling voor Surinamers in Tilburg. Publiceerde ‘Communicatie tussen allochtone cliënt en autochtone hulpverleners’ in het boek Surinamers en de Nederlandse hulpverleners (1992).
| |
Laddy van Putten
volgde een opleiding culturele antropologie aan de Rijksuniversiteit Leiden, en is sedert 1986 werkzaam voor het MINOV als afdelingscoördinator Cultuurstudies, sedert 1991 in die hoedanigheid vrij gesteld ten behoeve van het Surinaams Museum, als conservator. Co-auteur van ‘Let them talk. Historische ontwikkeling van de kleding van de creoolse vrouw’, themanummer 43 in de serie Mededelingen van het Surinaams Museum (Paramaribo, 1988) en Gaama Duumi, Buta Gaama (Paramaribo, 1992).
| |
Johan Jamin Sarmo
is sinds 1983 onderzoeksmedewerker bij de Afdeling Cultuurstudies van het MINOV. Medesamensteller (met Hein Vruggink) van het Surinaams Javaans/Nederlands woordenboek. Deed onder meer projecten rond ex-contractanten. Mede-samensteller met Hein Vruggink van Javaanse vertellingen uit Suriname, in drie delen. Mede-oprichter en redacteur van het Javaans cultureel tijdschrift Cikal (1982/3)
| |
Roy Tjin
werkte tot 1984 in Suriname als fotograaf en als medewerker bij de Stichting Natuurbehoud Suriname. Fotografeert sindsdien in Nederland op free-lance basis. Specialiseert zich daarbij op positieve beeldvorming vanuit niet-westers perspectief.
| |
Arie Verkuijl
is tropisch architect in Suriname. Studeerde in 1969 te Delft af als bouwkundig ingenieur, werkte daarna als stedebouwkundige bij de Planologische Dienst en het Ministerie van Volkshuisvesting. Richtte in 1977 het Instituut voor Tropische Architectuur op en is daarin werkzaam.
| |
Hein D. Vruggink
studeerde Indonesische Taal- en Letterkunde in Leiden. Was van 1980 tot 1984 in Suriname werkzaam, aanvankelijk bij het taalproject van de universiteit van Suriname, later bij de Afdeling Cultuurstudies van het MINOV. Schreef diverse artikelen over het Surinaams Javaans in het tijdschrift OSO en gaf samen met J. Sarmo drie boekjes met Javaanse volksverhalen uit. Is op dit moment, eveneens samen met J. Sarmo, bezig met het samenstellen van een Surinaams Javaans/Nederlands woordenboek.
| |
| |
| |
Bronnen foto's:
Tenzij anders vermeld zijn de foto's gemaakt door Roy Tjin |
|
Karin Boven: pag 5 |
|
Fifi Effert: pag 143 |
|
Paul Faber: pag 45, 84-85, 94-95, 100 b, 105, 124, 139, 147 |
|
Robert den Hartogh: pag 42 b, 42 m |
|
KIT: pag 138 o |
|
Ada Korbee: pag 75 b, 121, 141 |
|
MINOV, Cultuurstudies: pag 28, 29, 34-35, 108 m |
|
Laddy van Putten: pag 17 o |
|
Judy Reichart: pag 20, 21 |
|
Mirjam Rullmann: pag 87 m, 90 o |
|
Michel Szulc-Krzyzanowski: pag 128,129 b,132 o |
|
|