De voet in 't graf(1852)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Praalzucht. Oh gloria -! Oh vaa cobica Desta vaidade, a quem chamamos fama! Oh fraudulento gosto, que se atiça Co' hùa aura popular que honra se chama! camoens. Wat poogt ge, ô stervling, by uw broedren uit te steken, Uit hoogmoed, om voor meer dan andren door te gaan. En hoe? - In deugden? - Ja, in dwaasheên en gebreken, Want hoe zou trotsheid met oprechte deugd bestaan? Neen, needrigheid ontschuilt de glans der zonnestralen, En is er andre deugd? In schaduw tiert zy best; En de Eenvoud blaast niet op, noch Liefde weet van pralen; Maar wee, wie hoop of troost op menschenglorie vest! Rampzalig kroost, in wind van praalzucht opgetogen, Wat wordt er van uw hart, uw oordeel, en verstand! - Geen liefde of Godvrucht meer uit moederborst gezogen! Geen onderwerping meer, geen wet of zedeband! Van jongs ten toon gesteld, gevormd voor praalschavotten, Aast ge op een kranken lof en nietig handgeklap; Praat meestrendwaasheid na, en leert met waarheid spotten, En 't heerschend wangerel neemt ge aan voor wetenschap. [pagina 72] [p. 72] Zie daar den praalrok waar u de achtloosheid der ouderen Meê opsiert! Christus bloed miskleurde 't pronkgewaad! ô Vaders, zaagt gy 't in, wat ge oplaadt op Uw schouderen, Die zulk een Duivlenschool uw kindren overlaat! 1827. Vorige Volgende