De voet in 't graf(1852)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Wijsheid. Insipientis qui sapientiae Consultus erras, nunc retrorsum Vela trahe. horat. Geleerd zijn we, en dus wijs! - Zoo dacht men ook voor dezen, Als m' Aristoteles en Scotus wel doorlezen En duizend dwaasheên had gestapeld in zijn hoofd, Nu lang belachen en van niemand meer geloofd. Zou 't heden beter zijn sints elk met Duitsche dwazen Verstaat als Filozoof van 't redenlicht te razen, En al het vroegere in een hoek smijt als veroud, En 't Waar- of Wijsheid zijn hetgeen m' er thands voor houdt? Neen, Waarheid haalt men niet uit boeken en Doktoren: Zy huist niet in 't verstand, maar moet in 't hart ontgloren Als daar heur licht ontsteekt, bestemd haar ook 't verstand, Maar ze is geen eigenschap van 's hoofdscheels ingewand, 't Geheugen voert haar niet, hoe zwaar men 't ook belade; Van God daalt ze in de borst, en, enkel uit Genade. Het innig zielsgevoel erkent haar als Zijn gaaf, En is van les noch leer eens onderwijzers, slaaf. Gods woord behelst haar slechts. Men mag uit andre boeken Begrippen, goed of kwaad maar louter menschlijk, zoeken, 't Waarachtige Geloof is de echte hemelstraal Die geest en waarheid stort in echte Pinkstertaal. ô Heiland, geef ons dat; en weg met andre Wijsheid! 'k Verzaak ze. In U-alleen is 't rustpunt mijner Grijsheid. Ik zwoegde, en wroette, en zocht; maar de aard bezit het niet, Wat eenig in ons hart uit Uwe volheid schiet. 1827 Vorige Volgende