Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797

Brieven 1795-1797

Bilderdijk aan zijn geliefde. Londen, 8 juni 1797

Mijn enige liefste! Heb ik je niet verteld dat het vandaag erg slecht weer zou zijn? Morgen wordt het beter, maar die dag zal even slecht zijn als vandaag, omdat ik me niet aan onze beraamde afspraak kan houden. Ik moet heel vroeg in de morgen op pad, en om drie uur wil ik bij mevrouw G - 's in Kensington zijn, waar mevrouw R- me in haar rijtuig zal meenemen, en ik zal opgehouden worden tot heel laat, misschien tot tien of elf uur.²³⁴ - Mag de zaterdag mij meer geluk brengen! Dit is de vurigste wens van mijn hart.

Ik zal dit briefje zelf brengen, de hemel geve dat ik mijn hartsbeminde een paar ogenblikken alleen kan zien! Ach, hoe verschrikkelijk graag wil ik je zien, je spreken! en hoe weinig dagen zijn er nog dat ik dat geluk kan genieten!

Er is mij verteld dat de muiterij van de scheepslui vermoedelijk snel bedaard zal zijn. Je zult me daardoor dus over heel korte tijd volgen en misschien kom je wel eerder aan dan ik.²³⁵ Ach, kon ik zo gelukkig zijn mijn dierbare zielsgenoot te ontmoeten,

234 Onbekend is wie deze dames zijn. De afspraken wijzen er wel op dat hij nog steeds gefêteerd werd door Engelse dames.

235 Bij de Engelse marine waren er in deze tijd muiterijen vanwege de ondergeschoven positie van de mariniers. De Theems werd geblokkeerd met marineschepen.

[p. 233]

voor ik verplicht ben verder te gaan! Wat zou ik mijn lot zegenen!

Vaarwel, mijn enige geliefde! Vaarwel.

Donderdagavond.