zou worden zonder een speciaal bericht van mijn beminde! Zaken riepen me elders heen, maar ik was niet in staat mijn huis te verlaten. Bij iedere klop die ik hoorde, vleide mijn lichtgelovig hart zich met de hoop dat het Jenny was. - Helaas! een bedrieglijke hoop spotte met mij. Met de grootste onrust en in ongeduld telde ik de eindeloze uren af. De tergend langzame voortgang matte mijn smeekbeden om de uren om te laten vliegen af. Ten slotte kwam meneer Texier, later dan gewoonlijk, maar jouw lief, vertroostend briefje maakte alles goed wat ik daarop wachtend ondergaan had. Mijn hart gaf me geen illusies, lieve beminde! Het voorvoelde jouw bedoeling! Je zou een nieuwe bevestiging van standvastige liefde sturen, opnieuw troost voor dat brandende hart: misschien merkte jouw hart hoezeer het mijne dat nodig had. En als een ongelukkige gebeurtenis je tedere pogingen verhinderd had, dan had de verzachtende hand die ik aanbid de zalf klaargemaakt die mijn pijnen zou kalmeren, en een nieuw, een hersteld geluk zou in mijn afgematte, mijn uitgeputte ziel stromen.
Liefste, o meer dan liefste, meer dan aanbedene, want de menselijke taal heeft geen woorden om een schim van de aanbidding uit te drukken die ik koester voor de meest engelachtige van de engelen waarmee de aarde ooit was gezegend! Ach! mijn pen valt neer uit mijn hand, ik moet hier ophouden. Laat je hart je vertellen over die onuitsprekelijke gevoelens, die nog nooit gevoeld werden, waar nog nooit over gehoord werd, en waartoe jij alleen in staat was die los te maken. Dan, dan alleen zul je ze kennen, dan alleen zul je een waardig inzicht krijgen in de eeuwige, de onvergelijkelijke vlam van je tedere, je toegewijde Bilderdijk. - Vaarwel! liefste, vaarwel!
Zondag 1, 1, 1797.