Liefde en ballingschap. Brieven 1795-1797
(1997)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 1795-1797
Bilderdijk aan zijn schoonzus. Hamburg, 10 oktober 1795Zie mij nu dan weer in Bochbori! ik wil zeggen in Hamburg, dat in de Slavische tijden, toen men er offerde aan Radegast en Siwa &c., deze naam droeg.Ga naar eind94 - Wat een geleerde aanhef! nietwaar? | |
[pagina 83]
| |
Het vloeit mij zo uit de pen, dierbare, want werkelijk, ik dacht aan niets minder dan aan het verklaren van Slavische oudheden, nu ja, ik houd er ook meteen mee op. Mijn verlangen naar de terugreis was groot. Vanzelfsprekend! Ik wist dat ik een brief van jou zou vinden, mijn hart dreef mij voort en rustte niet voor ik de doos geopend en het zegel op het pakje verbroken had. Op de lezing van de brief volgde die van het gedicht; daarop een herlezing van beide en enige kladpapieren met opmerkingen, die je hierbij vinden zult en aannemen voor wat ze eigenlijk zijn, onbekookte aanmerkingen namelijk, die ik overlaat aan je eigen oordeel en smaak, en niets meer. - Over het gedicht zelf straks nog enige woorden! nu over je aangenaam briefverslag! Ik zie de lieve Louise zoals jij haar mij afschildert, tegenover je zitten met die lieve eenvoudigheid, die ze, God geve het, behouden mag, en met al die mij zo ontroerende trekken die mij in haar moeder zo dierbaar waren, en nog zijn in wat ervan overgebleven is. - Ja lieve, de tranen springen in mijn ogen, en ik kan het niet laten om een kus van vaderliefde voor het dierbare kind op dit papier te drukken. God moge haar zegenen en hen die goed voor haar zijn!-[...] Je zult wel begrijpen dat mijn Engelse en andere reizen mij nogal iets gekost hebben en ofschoon ik die niet gemaakt heb zonder zeker te verwachten het geld terug te krijgen, heb ik het echter moeten voorschieten en zit nu, tot er teruggave komt, vrijwel zonder. - En om mij toch vooral goed aan de grond te helpen (zie hoe de boze geest alles samenkoppelt!) krijgt mijn vrouw het in haar hoofd om mij de koffer met kleren die ze me toestuurde nota bene met de wagen mee te geven. Dat heeft alles aan volledige verruïnering blootgesteld, zodat het me nog verbaast dat het na zo'n lange en hobbelige weg in zulke rijtuigen nog aan is kunnen komen (daar is misschien een klein goed geestje aan het werk geweest). Bovendien draaide het er ten slotte op uit dat het mij 48 mark, dat is ongeveer 35 Hollandse guldens, aan vracht kostte. En dan vind ik er bij het openmaken niets in van wat ik het meest nodig had, zelfs mijn bontjas niet. - Zo gaat het als alles tegenzit, alle hoofden zijn dan verward en verdwaasd, en alles loopt samen om het je lastig te maken, zonder dat dat aan de personen zelf te wijten is, die (ik weet en voel het) werkelijk door een maalstroom | |
[pagina 84]
| |
meegetrokken worden waaraan ze niet kunnen ontkomen, zodat ze, zelfs soms tegen beter weten en goede beslissingen in, verkeerde dingen doen. Heb je ooit op deze dingen gelet, lieve -? En het ooit overwogen? Ach let er eens op en je zult hoe langer hoe meer overtuigd raken van de invloed van de geestenwereld op ons. Hoe dikwijls zijn wij werkelijk beklagenswaardige lijders en werktuigen, zelfs wanneer we bestemd lijken te zijn om vrij te handelen en te ondernemen. Neem eens enkele gebeurtenissen met mensen in gedachten die het meest je verwondering gewekt hebben. Denk daar eens ernstig over na: het onderwerp verdient het en het zal je helpen om het systeem van de ware vrijheid (ik spreek van de zedelijke vrijheid) met andere ogen te beschouwen dan doorgaans gebeurt. Over de monaden hierna eens. - Je weet dat ik over het algemeen vrij veel van Leibniz hou.Ga naar eind95 Volgens mij is hij de grootste geest geweest die sinds de herleving van de literatuur en de wetenschappen opgestaan is. Ook ontleende hij zijn kennis aan eigen overdenkingen en ontwikkeling en niet aan onderwijs. Wat praat je me over een romance op het oude, toverachtige kasteel van Bremen -?Ga naar eind96 Ik mag je verteld hebben dat ik er daar een gemaakt heb, maar zeker heb ik er geen opgeschreven. Ook wil ik mijn avonturen op reis niet in romancen overbrengen, want het zijn er werkelijk te veel en sommige zouden - hoe zal ik het zeggen - niet altijd even goed met onze beschaafdheid stroken - want men maakt nogal wat mee als men wat ver heen reist, en dan hier en daar in kleine nestjes van steden bij allerlei soort volk overnachten moet. - Kwamen wij weer eens bij elkaar, o wat zou ik allemaal te vertellen hebben, maar alles wat interessant is als het mondeling verteld wordt, is toch op papier niet belangrijk genoeg. [...] |
|