Leven, ach! Wat zijt gij toch?(2006)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Op mijn graf De balling, in 't gemoed doorzichtig spiegelglas; maar wie geen stervling ooit in d' open boezem las, omdat hij, wars van schijn, en vrij van zelfbelangen, van God en 't rein gemoed (geen wereld) af wouhangen; de rust in de inspraak van het zelfgeweten zocht, en 't hart voor eer noch rang noch goud noch roem verkocht. Die weldeed waar hij mocht, zichzelf verroekeloosde, maar, moedig onder 't leed, in geen verdrukking bloosde; wie de aard geen rustpunt voor zijn moede voetzool bood, geen laafnis voor zijn dorst, en schaars 't nooddruftig brood; wiens leven lijden was, ontberen en verduren, vervolgd van in zijn wieg tot 's levens uiterste uren, brengt eindlijk, afgetobt, en 's werelds slingring moe, zijn handvol nietige aard aan deze kerkhof toe. 1828 Vorige Volgende