Leven, ach! Wat zijt gij toch?
(2006)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |
Liberalen aant.In bijzondere zinZeg eens, wat zijn liberalen,
waar men thans gestaag van hoort?
'k Hou zo vast aan 't wel bepalen
van de mening van een woord.
Eertijds was het: mild in 't geven,
open zijn van hart en hand,
niet aan geld of goed verkleven,
trouw aan God en vaderland.
Maar het is of alle namen
thans veranderd zijn van zin:
wijsheid, godsdienst, deugd, betamen,
sluiten nu niets goeds meer in.
'k Hoor nu 't onbeschaamdste razen
van de domheid, hoogst geroemd;
en de dwaassten van de dwazen
lichten van verstand genoemd,
't Vaderland in vlam te zetten
is nu vrijheid, naar ik hoor;
eigenzucht en windtrompetten
gaan voor hoge wijsheid door.
Redeloos in 't wild te kwaken
wordt welsprekendheid geacht;
rook te snuiven, wind te braken,
strekt voor overredingskracht.
Beedlaars-lappen om te hangen
hier gestolen, daar geroofd,
doet de glorienaam ontvangen
van een vlug en geestvol hoofd.
God in 't aangezicht te honen
en te spotten met zijn macht,
is verstand en oordeel tonen,
| |
[pagina 85]
| |
en verheven denkenskracht.
Kortom -! Doch, ik laat dat wezen;
maar ik wou wel dat ik wist,
waar ik daaglijks van moet lezen
en mijn hersens op verkwist. -
Liberalen, hoor ik praten,
zijn voortreffelijke liên,
die de dwang van anderen haten
en recht gaarne zelf gebiên. -
Kezen dan of Patriotten? -
Foei, dat klinkt veel te ouderwets;
om de mensen te bedotten,
tapt men uit een nieuwe fles. -
Toch een soort van Jakobijnen? -
Ook dat woord ging lang voorbij;
't mag er wel zo wat naar schijnen;
maar het is geen staatspartij. -
Niet? - Welnee, geheel iets anders:
zij, zij maken 't volk alleen;
zij-alleen zijn Nederlanders,
en hun gril is 't algemeen. -
Zo! nu zou ik 't haast bevatten.
Liberaal is glibber-aal,
die de fuiken weet te ontspatten;
gluiper in de rechte taal.
Oproerdrijver die de netten
weet te ontsnappen, voor dat soort
uitgespannen door de wetten,
dat de rust eens volks verstoort.
1826
|
|