Het leven en eenige uitgelezen gedichten(1868)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Adel. Nafcimur, et pariter qua fimus origine nati Prodimus. - wallius. Geboren, toonen wy uit wie wy zijn gesproten, En de Ouderlijke stam is kenbaar aan de loten! Zoo brandt in 't brieschend ros, dat eens in 't oorlogsveld De kniën voelen zal van d' opgezeten Held, De moed van 't edel ras door oog en borst en spieren. Geen aart van d' echten tuk verzaakt zich in de dieren! En, wien 't aâloude bloed door hart en aadren zweeft, Gy, Mensch, verloochent gy, wier adem in u leeft? Verfoeisels van deze aard, aan 't zelfgevoel ontzonken, Gaat, wordt tot slaaf van 't geld, of gaat met tytels pronken, Wie ware grootheid aâmt en echten heldenmoed, Diens tytel is zijn naam, diens rijkdom is zijn bloed. 1822. Vorige Volgende