Het leven en eenige uitgelezen gedichten
(1868)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 170]
| |
Vergeefs beschreide 't Volk met toegenepen strot
Zijn vrijheid en zijn recht in 't u beschoren lot,
En vloekte 't addrennest, uit Loevestein gekropen
Om Land en Staat en Kerk in d' Unieband te slopen;
De woede en wraakzucht holde en 't toomeloost geweld
Hield de oppermacht des Leeuws in wolvenklaauw gekneld,
Maar de Almacht sprak - 't was uit, de moedwil sloeg aan 't beven.
t Verraad stond op; de moord maakte aanslag op uw leven;
Doch vruchtloos: 't is God-zelf wiens beuklaar u behoedt;
Geheel de Christenheid is vrij door uwen moed;
Ons Vaderland herrijst in nooit gekenden luister,
En England dankt aan u het breken van zijn kluister;
De Gal verzinkt in smaad, verachting, machtloosheid;
En de eeuw verschijnt niet weêr die niet uw dood beschreit.
ô Willem, eindloos meer dan Staatsman, Vorst, of Krijger,
Wiens boezem Maurits paarde aan d' onvolprezen Zwijger!
ô Keere uw geest te rug! Uw wijsheid en uw zwaard
Vereenigd, anders niets, behoudt de schokkende aard!
1822.
|
|