| |
| |
| |
Bibliografie
Abrams, M.H., The mirror and the lamp. Romantic theory and the critical tradition. Oxford 1953.
Abrams, M.H., Natural supernaturalism. Tradition and revolution in romantic literature. New York 1971.
Alberdingk Thijm, J.A., De la littérature néerlandaise, à ses différentes époques. Amsterdam 1854.
Alphen, H. van, Digtkundige verhandelingen. Utrecht 1782.
Alphen, H. van, Theorie der schoone kunsten en wetenschappen, grootendeels overgenomen uit het Hoogduitsch van F.J. Riedel, en met bijvoegselen, aanteekeningen, en eene inleiding vermeerderd. Utrecht 1778-1780. 2 dln.
Bavinck, H., Bilderdijk als denker en dichter. Kampen 1906.
Bénichou, P., Le sacre de l'écrivain 1750-1830. Paris 1985.
Berg, W. van den, ‘Die Präromantik-Konzeption und die niederländische Literaturgeschichte’. In: D.W. Fokkema e.a. (red.), Comparative poetics. In honour of J. Kamerbeek Jr. Amsterdam 1976, pp. 167-197.
Berg, W. van den, ‘Kanttekeningen bij de letterkundige Romantiek’. In: De Negentiende Eeuw 8 (1984), pp. 53-71.
Berg, W. van den, ‘Sociabiliteit, genootschappelijkheid en de orale cultus’. In: M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening. Groningen 1984, pp. 151-170.
Berg, W. van den, ‘Bilderdijk maatschappelijk beschouwd’. In: M. van Hattum e.a. (red.), Folia Bilderdijkiana. Bladen voor Bosch. Amsterdam 1985, pp. 49-54.
Berg, W. van den, ‘Van horen zeggen. De orale traditie in de tweede helft van de negentiende eeuw’. In: J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt (red.), De productie, distributie en consumptie van cultuur. Amsterdam 1991, pp. 49-70.
Berg, W. van den en G.J. Hooykaas, ‘“Zamen bengelen, dat het klinkt”. Een polemiek uit 1837 over de aard van de Nederlandse cultuur’. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1986-1987. Leiden 1988, pp. 37-68.
Bilderdijk, W., [Ongedateerde kladhandschriften.] Bilderdijk-Museum, inv. H. 112, 113 en 148.
Bilderdijk, W., Winterbloemen. Haarlem 1811. 2 dln.
| |
| |
Bilderdijk, W., ‘Over dichterlijke geestdrift en dweepery’. In: Taal- en dichtkundige verscheidenheden, dl. 1. Rotterdam 1820, pp. 1-52.
Bilderdijk, W., ‘Gedachten over het verhevene en naïve’. In: Taal- en dichtkundige verscheidenheden, dl. 2. Rotterdam 1821, pp. 3-174.
Bilderdijk, W., ‘Van 't menschlijk verstand’. In: Verhandelingen, ziel, zede-, en rechtsleer betreffende. Leyden 1821, pp. 141-186.
Bilderdijk, W., ‘Van de versificatie’. Eerste stuk. Tweede stuk. In: Nieuwe taal- en dichtkundige verscheidenheden, dl. 2. Rotterdam 1824, pp. 89-179.
Bilderdijk, W., Mengelingen en fragmenten, nagelaten door Mr. W. Bilderdijk. Amsterdam 1834.
Bilderdijk, W., Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, ed. W. Messchert. Amsterdam 1836-1837. 4 dln.
Bilderdijk, W., ‘Begin of inleiding van eigen-levensgeschiedenis’. In: Geschiedenis des vaderlands, dl. 11. Amsterdam 1837, pp. 161-195.
Bilderdijk, W., De dichtwerken van Bilderdijk, [ed. I. da Costa]. Haarlem 1857-1859. 15 dln.
Bilderdijk, W., Briefwisseling van Mr. W. Bilderdijk met de hoogleeraren en Mrs. M. en H.W. Tydeman. Gedurende de jaren 1807 tot 1831. Uitgegeven door H.W.T. Tydeman. Sneek 1866-1867. 2 dln.
Bilderdijk, W., De kunst der poëzy, op nieuw uitgegeven, met verhelderende aanmerkingen en verklaringen, voor Gymnasiën en Hoogere Burgerscholen, en voor allen, die de poëzy liefhebben, door Th. van Hoogstraten. Utrecht 1873.
Bilderdijk, W., Poëzie van Willem Bilderdijk, uitgegeven door R.A. Kollewijn. Zwolle 1891. Zwolsche herdrukken nr. 6.
Bilderdijk, W., Keurgarve uit de gedichten van Bilderdijk, ed. P. Kat. Zutphen 1923.
Bosch, J., ‘Inleiding’ bij Mr. W. Bilderdijk, De ondergang der eerste wareld, ed. J. Bosch. Zwolle 1959, pp. 7-125.
Breuker, Ph.H., ‘De vriendschap tussen Bilderdijk en Halbertsma’. In: Het Bilderdijk-Museum 11 (1994), pp. 1-14.
Brummeler Andriesse, J.C. ten, Mr. W. Bilderdijk's eerste huwelijk, naar zijne briefwisseling met vrouw en dochter (1784-1807). [Met medewerking van J. van Vloten.] Leiden 1873.
Buijnsters, P.J., Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van ‘Het graf’. Assen 1973.
| |
| |
Buijnsters, P.J., ‘Willem Bilderdijk en De Geestenwareld’. In: De Nieuwe Taalgids 60 (1967), pp. 289-304.
Busken Huet, C., ‘Bilderdijk’. In: Litterarische fantasien en kritieken, dl. 25. Haarlem z.j., pp. 1-95.
Culler, J., ‘Apostrophe’. In: The pursuit of signs. Semiotics, literature, deconstruction. Londen 1981, pp. 135-154.
Deugd, C. de, Het metafysisch grondpatroon van het romantische literaire denken. De fenomenologie van een geestesgesteldheid. Groningen 1966.
Deugd, C. de, ‘Bilderdijk, Tachtig en het Europese fin de siècle’. In: De Nieuwe Taalgids 78 (1985), pp. 235-250.
Eijnatten, J. van, ‘Het stamhuis van Oranje en de komst van het vrederijk. Illuminisme en literaire topoi in Bilderdijks vroege politieke gedichten, 1787-1793’. Te verschijnen in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde iii (1995).
Erp Taalman Kip, A. Maria van en C.M.J. Sicking, ‘De receptie van Homerus’. In: Lampas 24 (1991), pp. 112-141.
Eschenburg, J.J., Entwurf einer Theorie und Literatur der schönen Wissenschaften. Berlijn 1783.
Feith, R., Brieven over verscheiden onderwerpen. Amsterdam 1784-1793. 6 dln.
Finsler, G., Homer in der Neuzeit, von Dante bis Goethe: Italien, Frankreich, England, Deutschland. Leipzig 1912.
Fontanier, P., Les figures du discours. Ed. G. Genette. Parijs 1968.
Geyl, P., ‘Een eeuw strijd om Bilderdijk’. In: Studies en strijdschriften. Groningen 1958, pp. 304-376.
Ghert, Mr. P.C. van, ‘Wijsgeerige beschouwing over de Dichtkunde. Eene verhandeling. Uitgesproken in de Maatschappij Felix Meritis in den Jare 1813’. In: De Recensent, ook der recensenten 1814, dl. 2, pp. 453-469, 501-511.
Guépin, J.P., ‘Petrus Burmannus Secundus, filoloog en dichter’. In: Documentatieblad Werkgroep Achttiende Eeuw 23 (1991), pp. 201-211.
Guépin, J.P., ‘Het enthousiasme van dichters’. In: Bzzlletin nr. 144 (maart 1987), pp. 47-59.
Hanou, A.J., Sluiers van Isis. Johannes Kinker als voorvechter van de Verlichting, in de vrijmetselarij en andere Nederlandse genootschappen, 1790-1845. Deventer 1988. 2 dln.
| |
| |
Hattum, M. van, Lezingen en verhandelingen in ‘Concordia et Libertate’ (1769-1806) en ‘Felix Meritis’ (Dep. Letterk.) (1779-1808, 1810-1832, 1865-1873). Gestencilde uitg. Amstelveen 1983.
Helmers, J.F., Briefwisseling. Met inleiding en aantekeningen door M. van Hattum. Amstelveen 1992. Amstelveense cahiers 8.
Hoffmeister, G., Deutsche und europäische Romantik. Stuttgart 1978.
Johannes, G.J., Geduchte verbeeldingskracht! Een onderzoek naar het literaire denken over de verbeelding - van Van Alphen tot Verwey. Z.p. 1992.
Johannes, G.J., ‘Willem Bilderdijks verzet tegen de “klassieke” en “romantische” esthetica; de knoflookgeur van het Duitse denken’. In: Geschiedenis van de Wijsbegeerte in Nederland / Documentatieblad Werkgroep ‘Sassen’ 1992, pp. 107-119.
Johannes, G.J., ‘Najaar 1809: Bilderdijk draagt “De kunst der poëzy” voor in “Felix Meritis”’. In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen e.a. (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993, pp. 419-425.
Jonckbloet, W.J.A., Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, dl. 2. Groningen 18742.
Kalff, G., Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, dl. 6. Groningen 1910.
Kampen, N.G. van, Handboek der dichtkunde en welsprekendheid, door J.J. Eschenburg, naar den vierden druk uit het Hoogduitsch vertaald en ten aanzien der Nederlandsche letterkunde vermeerderd. Rotterdam 1829.
Kinker, J., Gedichten, dl. 1. Amsterdam 1819.
Kloek, J.J., ‘Expressie versus imitatie-natuur tegenover natuur. Een literair-theoretische discussie in 1780’. In: W.J. van den Akker e.a. (red.), Traditie en vernieuwing. Opstellen aangeboden aan A.L. Sötemann. Utrecht/Antwerpen 1985, pp. 48-64.
Knuvelder, G., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde van den aanvang tot heden, dl. 3. 's-Hertogenbosch 1950.
Kollewijn, R.A., Bilderdijk. Zijn leven en werken. Amsterdam 1891. 2 dln.
Labare, N., De konst der poëzye. Brugge 1721.
Multatuli, Volledig werk, dl. 6. Amsterdam 1952.
Nivelle, A., ‘Literaturästhetik’. In: Walter Hinck e.a. (red.), Europäische Aufklärung, 1. Theil (= Klaus von See (red.), Neues Handbuch der Literaturwissenschaft, Band 11). Frankfurt a.M. 1974, pp. 15-56.
Palm, J.H. van der, ‘Redevoering over het versmaden of veronachtzamen van de regelen der Kunst’. In: Redevoeringen, verhandelingen en losse geschriften. Nieuwe uitgave, dl. 3. Leeuwarden 1854, pp. 35-70.
| |
| |
Pierson, A., ‘Bilderdijk, een der vaders van het Réveil’. In: Oudere tijdgenooten. Amsterdam 1888, pp. 144-205.
Pierson, A., ‘Studiën over Bilderdijk (2. De Kunst der Poëzy)’. In: Uit de verspreide geschriften, verschenen in 1875-1882, tweede reeks, dl. 3. 's-Gravenhage 1908, pp. 145-183.
Praamstra, O., Gezond verstand en goede smaak. De kritieken van Conrad Busken Huet. Amstelveen 1991.
Schenkeveld, Margaretha H., Beelden van de negentiende eeuw. Honderd jaar professionele literatuurgeschiedschrijving van de negentiende eeuw. Amsterdam 1989.
Scherpe, K.R., Gattungspoetik im 18. Jahrhundert. Historische Entwicklung von Gottsched bis Herder. Stuttgart 1968.
Schlegel, A.W., Vorlesungen über dramatische Kunst und Literatur. In: Kritische Schriften und Briefe, Bd. 6. Stuttgart 1967.
Schrijvers, P.H., Buiten de perken. Horatius' dichtkunst en Bilderdijks ‘De kunst der poëzy’. Z.p. 1980. (Ook opgenomen in: Horatius, Ars Poetica. Ingeleid, verantwoord, vertaald en voorzien van een nabeschouwing over Horatius' dichterlijk voortleven bij Bilderdijk door P.H. Schrijvers. Amsterdam 1980, pp. 61-93.)
Siegrist, C., Das Lehrgedicht der Aufklärung. Stuttgart 1974.
Simonsuuri, K., Homer's original genius. Eighteenth-century notions of the early Greek epic (1688-1798). Cambridge 1979.
Singeling, C.B.F., Gezellige schrijvers. Aspecten van letterkundige genootschappelijkheid in Nederland, 1750-1800. Amsterdam 1991.
Smedt, M. de, ‘Matthijs Siegenbeek (1774-1854) als literair-historicus’. In: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor taal- en letterkunde en geschiedenis 28 (1974), pp. 49-81.
Smit, J., ‘De kosmische zelfvergroting van de dichter bij Bilderdijk, Perk en Marsman’. In: Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde. Nieuwe Reeks, dl. 20, no. 4. Amsterdam 1957, pp. 95-116.
Stone, P.W.K., The art of poetry 1750-1820. Theories of poetic composition and style in the late neo-classic and early romantic periods. Londen 1967.
Swart, N., ‘Redevoering over het wezen, den oorsprong, het doel en de vrucht der poëzij, den 24sten van Louwmaand 1810 uitgesproken in de Maatschappij Felix Meritis’. In: Vaderlandsche Letteroefeningen 1810, dl. 2, pp. 173-186.
Swart, N., ‘Redevoering over de natuurlijke vereischten tot eene gelukkige beoefening der
| |
| |
poëzij, den 6den van Lentemaand 1811 uitgesproken in de Maatschappij Felix Meritis’. In: Vaderlandsche Letteroefeningen 1811, dl. 2, pp. 177-189.
Vickers, B., ‘The expressive function of rhetorical figures’. In: In defence of rhetoric. Oxford 1988, pp. 294-339.
Vis, G.J., Johannes Kinker en zijn literaire theorie. Zwolle 1967.
Vis, G.J., ‘Denken en doen. Poëticale poëzie van W. Bilderdijk en J. Kinker’. In: Spektator 17 (1987-88), pp. 105-128.
Vloten, J. van, Bloemlezing uit de dichtwerken van Mr. Willem Bilderdijk, naar tijdsorde gerangschikt en in verband gebracht met zijn leven en brieven. Leiden/Deventer 1869.
Vooys, C.G.N. de, De letterkunde van de negentiende eeuw tot ongeveer 1885 in Noord-Nederland (= F. Baur (red.), Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden, dl. 7). 's-Hertogenbosch/Brussel z.j.
Wege-de Rooy, J.E. van de, Willem Bilderdijks ‘Afscheid’. Een deelstudie. Onuitgegeven doctoraalscriptie. Utrecht 1992.
Winkel, J. te, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, dl. 6. Haarlem 19252.
Woordenboek der Nederlandsche taal. Bewerkt door M. de Vries, L.A. te Winkel e.a. 's-Gravenhage enz. 1882-...
Young, E., The complaint: or, Night-thoughts on life, death, & immortality. Reprint in: D.V. Erdman e.a. (ed.), William Blake's designs for Edward Young's ‘Night thoughts’. Oxford 1980. 2 dln.
Young, E., Nachtgedachten, van den heer Eduard Young, uit het Engelsch vertaald, en met aanmerkingen opgehelderd, door Joannes Lublink, den Jongen. Amsterdam 17852. 2 dln.
Young, E., Conjectures on original composition. In a letter to the author of Sir Charles Grandison. Reprint. New York 1970.
Zeyde, C. van der, De leestoon en het leesonderwijs met het oog op de beschaafde voordracht. Ook ten dienste van rederijkers en jonge onderwijzers. Amsterdam 1881.
Zyp, J. van, De kunst der poëzij. Leyden 1768.
|
|