Galante dichtluimen(1780)–Willem Bilderdijk, Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] De revue. Vraagt gij, wie 'k al beminne? 'k Min iedere Engelinne: Ik min de lieve Agneetjes, De Caatjes en de Keetjes, De Lotjes en Lenoortjes, De Jansjes en de Doortjes, De Mietjes en de Betjes, De Blondjes en Bruinetjes; Ik min de dart'le graagen, De zeedigen, de traagen, Die vriend'lijk zijn, of strenger, Die poezel zijn, of tenger, De malsche fijne zusjes, Gevoelig in heur lusjes; [pagina 47] [p. 47] 'k Min alle lieve bekjes, Die door bevall'ge trekjes, Door houding, oog en mienen Bemind te zijn verdienen; Die lugtig, vrolijk, woelig, Maar niet te min gevoelig, Aandoenlijk teder blaaken, En 't zoet der Liefde smaaken; Die geestig schertsen kunnen, Die niemands vreugd misgunnen, Nooit morren, nimmer kniezen, En mij tot Minnaar kiezen. Ik haat alleen de Schoonen, Die u, ô Liefde! hoonen, Die, nors en stroef van zinnen, Noch u, noch mij beminnen. (Naar 't Hoogduitsch.) Vorige Volgende