Galante dichtluimen(1780)–Willem Bilderdijk, Hendrik Riemsnijder– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] De boom, die schoone Vruchten draagt. Een Boer ontmoette eens in een' vrije wandel - laan, Een' Dame, jong en welgedaan, Geschapen, zoo het scheen, om ieder te bevallen; Zy was gekleed, zoo als de smaak thans is, Half naakt en half bedekt; de ontbloote boezem, frisch En blank als room, vertoonde een paar bezielde ballen, Zoo fraai en leevend, dat zelfs 't boere bloed ontstak. Hy naderde de Schoone en sprak: [pagina 18] [p. 18] Juffrouw, ik hoop niet, dat gy kwaad zult zyn, of grimmen, Om mijn' vrypostigheid: ei, zeg me, als 't u behaagt, Mag men dit boompje wel beklimmen, Dat zulke schoone vruchten draagt? Vorige Volgende