Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794
(1955)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||
AddendaBrief 19. Bilderdijk aan Mr. Rhijnvis Feith, 8 Nov. 1779.Bij het ms. van dezen brief behoort een afzonderlijk blaadje met aantekeningen, waarnaar in den brief zelf telkens verwezen wordt, en dat door Kalff niet is gedrukt. Wij geven het hier in zijn geheel weer, zonder echter de citaten uit Aristoteles' Περι Ποιητιϰἦσ, die door Bilderdijk in ligaturen zijn geschreven en ter aangehaalder plaatse te vinden zijn, daarbij ook over te nemen. Met de aanduiding der plaatsen in de thans gangbare edities moge worden volstaan.
| |||||||||||||||||||||||||||||
Brief 23. Bilderdijk aan Mr. Rhijnvis Feith, 16 Dec. 1779.De collatie van dezen brief, door ons gegeven, berust op een vergelijking van de Achtste Bijlage van de Verhandeling met het afschrift, dat berust in de verz.-De Jager, Mij. Ltk. Pas later waren wij in de gelegenheid het origineel te vergelijken, ten huize van Jhr. Mr. Rhijnvis Feith te 's-Gravenhage. Daarbij bleek ons, dat de copie door een vriend of klerk ten behoeve van Bilderdijk gemaakt moet zijn van het afschrift dat hij zelf hield, nadat dit door hem was aangevuld met nog enkele aantekeningen. In den brief zelf ontbreken ook de volgende noten van de gedrukte Bijlage: pp. 181*, 187*, 187**, 188*, 204*, 209†, 210*, 210§, 211* en 219*. | |||||||||||||||||||||||||||||
257a. M.P. Elter-Woesthoven aan Bilderdijk, 24 April 1789.Hs. Kon. Bibl., vóór in een ex. van [M.P. Elter's] Feestzang op den geboortendag van Nederlandsch Erfstadhouder, Z.D.H, Willem den Vijfden, Prince van Orange en Nassau etc., den 8sten van Lentemaand 1789. (Pamflet Knuttel 21862).Ga naar voetnoot1) | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Waarde Broeder Welligt komt het ue vreemt voor dat ik zo stout ben van ue te schrijven, maar het is uw eigen schuld, want zedert zaturdag, ben ik door de blijken van uw aandenken, zoo hoogmoedig geworden, dat ik dit zeer onbeschroomd doe; De stomme visGa naar voetnoot2) valt niet over te klagen, die heeft geloof ik zeer wel aan uw oogmerk voldaan, altans wij en eenige onzer bekenden hebben er met veel smaak van gegeten, maar die knorrende Advocaat die gewezene post van de Hel,Ga naar voetnoot3) met zijn zieke paard,Ga naar voetnoot4) heeft geknord als een oude spinster, en dat zeide hij van u in last te hebben,Ga naar voetnoot5) dan ik weet wel beter en heb hartelijk er om gelachen, want schoon ik uwe broederlijke genegenheid niet waardig ben vertrouw ik toch altoos dat gij mij dezelve toedraagt. Doch dit zijn nog van zijn oude grapjens, zo als hij er ons toen hij nog post was in menigte heeft opgedischt. Het Dichtstukjen op de verjaaring van ZDH, had ik zekerlijk ue eerder gezonden, maar behalven dat ik altijd beschroomd ben met mijne verzen onder uw oogen te komen, vleide het zich niet wel in een brief, ik heb dus maar gewagt op deze post,Ga naar voetnoot6) en verzoek vrindelijk mij deze vertraging niet ten kwade te duiden. Wat zoude ik mij vereert vinden, indien ik eens weten mogt hoe u dit stukjen bevalt, maar mij dunkt ik hoor mijn Heer den expost al meesmuilen: ‘het behoort onder die stukken die op den Helicon in 't geheel in geen aanmerking komen.’ maar ik laat hem wat heen praaten, hij weet niet meer wat er omgaat. Na onze dankbetuiging en groetenisse aan ueds allen, ben ik met waare hoogachting. Waarde broeder! UWeled liefhebb zuster M P Elter g. W. 24.4.89. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Brief 278. Bilderdijk aan [M.P. Elter-Woesthoven], 15 Juni 1791.Reproductie van het origineel, berustend in het Bild.-Museum. Eerder afgebeeld in weekblad Timotheüs van 27 Oct. 1906. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Brief 282. Bilderdijk aan [M.P. Elter-Woesthoven], 4 of 5 Sept. 1791.Reproductie naar het origineel, eerder afgebeeld achter Mengelingen en Fragmenten (1834). |
|