300. Bilderdijk aan P.J. Uylenbroek, Mei 1794.
Hs. niet meer aanwezig. Gedrukt in Brieven, uitgegeven door Messchert, I, 192-194.
p. 192: |
[drukproeven] voor de Kl. Dichterl. Hss., 7e Schak., waarin 9 gedn. van B. |
p. 193: |
[Lepel zout] DW. I, 357-359, De aant. id. 492. - [Hoffham] vgl. pp. 62 m., 223 m., 249 o. - [redevoering in Pictura] Redevoering over de voortreffelijkheid der schilderkunst, in derzelver voorwerp beschouwd: ter gelegenheid van het uitdeelen der prijzen bij de Vrije Teekenacademie in 's-Gravenhage op Woensdag den 2den April 1794. 's Hage, G. Backhuyzen, 1794. Voor de leden gedrukt met titelplaat, 2 gravures en Naamlijst, bij P.F. Gosse, Boekverkoper van Z.D.H. Herdrukt door Messchert in 1838. |
p. 194: |
['t verzoek van den Prins] deze is ook blijkens den aanhef en de peroratie tegenwoordig geweest. - [Hr. van Hanswijk] zie p. 222 m. - [Juffr. W.] Mejuffrouw Wattier. Vgl. Koll. I, 183. - [Op mijn Egaas jaardag] afz. gedrukt als Ter verjaarfeest van mijne Egade, 1794, z. pl. (cat. Kon. Ak.). Er zijn afdrukken met een Hebreeuws motto en twee vignetten, die bij den herdruk in de Odilde: Op mijner Ega verjaring. MDCCXCIIII., niet zijn opgenomen. Het zijn dezelfde vignetten die in beide drukken van den Elius boven en onder de Opdracht zijn geplaatst. (De Jager in Leeskabinet 1870, 4e deel, 18; Nav. 1863, 209.) Vgl. DW. X, 320-329. - [Boddart] P. Boddaert Jun. (1766-1805). B. zal bedoelen diens in de achtste Schak. der Kl. D. Handschrn. opgenomen gedicht Leander aan Hero, naar Ovidius, gedat. 1792 (t.a.p. 97 vv.). |