280. Bilderdijk aan P.J. Uylenbroek, 31 Juli 1791.
Hs. niet meer aanwezig. Gedrukt in Brieven, uitgegeven door Messchert, I, 183-188.
p. 183: |
[4e stukjen] de 4e Schak. v.d. Kl. Dichterl. Hss. - [Helmers] van J.F. Helmers: Onbestendigheid, 65 vv. Inhoud: verheerlijking der braafheid, die tot de godheid voert. - [de Storm] van C. Loots, 17 vv. - [niets van u-zelf] vergissing: opgenomen is van U.: Gabalus, zie vorigen br. |
p. 184: |
[Instelling van den Doop] Matth. 28:19. |
p. 185: |
[Joannes Euangelie] Hfdst. 16. |
p. 187: |
[Epicurismus] de op genot gerichte levensleer van den Gr. wijsgeer Epicurus (341-270 v. Chr.). Deze leerde dat de goden zich niet bekommerden om de wereld en de mensheid; zijn atomenleer is materialistisch en mechanistisch. |
p. 188: |
[schoon ik 't gaarne... nader wil doen] wij weten niet of U. zijn bezwaren verder heeft medegedeeld, en of B. hem verdere uitlegging heeft gegeven. Wel heeft hij in later tijd nog meer dan eens zijn gedachten over de Drieëenheid schriftelijk uitgedrukt; zie de door B. nagelaten verhandeling Over de Eenheid en Drieheid, in 1833 door Da Costa uitgegeven in de Opstellen van Godgeleerden en Zedekundigen Inhoud, I, 15-28; den Brief aan den Predikant, z.w. II, 67-80; en Briefw.-Tyd. II, 304. - [Zwedenborg] Emanuel Swedenborg (1688-1772), de ‘Geestenziener van het Noorden’. Hij was een groot en universeel geleerde, in zijn eerste levenshelft in het bijzonder uitmuntend op velerlei gebied der natuurwetenschappen; in de tweede helft theosooph, die door visioenen geleid, en de H. Schrift willekeurig allegorisch uitleggend, een nieuw Christendom brengen wilde, en stichter werd van de Nieuwe Kerk (van het Nieuwe Jeruzalem) die nog in Engeland en Noord-Amerika voortbestaat. Vond destijds grote, maar meest voorbijgaande, belangstelling; o.a. bij Goethe, Lavater, Herder; Kant bestreed hem met scherpen spot. Bij ons bij Van Goens, en ook Bilderdijk zelf, hetgeen Bavinck, vreemd genoeg, voorbijgaat. Vele Lat. werken, o.a. de acht delen Arcana Coelestia en de Expositio doctrinae novae ecclesiae maakten zijn leer overal bekend. Hij verwierp de leer der Heilige Drieëenheid als in strijd met de rede: er is één God, n.l. Christus, in Wien zich openbaren Vader, Zoon en Geest. (Realencykl. Th. u. K.3 19, 177 vv.; Briefw.-Tyd., passim, zie Reg.; en mededeling Prof. Wille. Er is veel, ook recente litt. over Sw.'s invloed, o.a. van den Duitser E. Benz (1948)). B. bezat van hem: Du
Commerce entre l'Ame et le Corps, Londr. 1785 (cat.-1797, p. 105, no. 844). Waarschijnlijk heeft hij al in 1785 met Van Goens over Sw. gesproken, die hem toen ijverig las (meded. van Prof. Wille). |
|
|