247. Bilderdijk aan P.J. Uylenbroek, 2 Febr. 1787.
Hs. niet meer aanwezig. Gedrukt in Brieven, uitgegeven door Messchert I, 155-157.
p. 155: |
[uw overschoon dichtstukjen] op De Bosch, vgl. p. 224 m. - [proef] van lijkdichtjes en van Tyrtaeus. |
p. 155-156: |
[Tyrtaeus (en) de Lijkdichtjens] vgl. de drie voorgaande brieven. |
p. 156: |
[Exemplaren zoo geconstitueert] d.i. van de lijkdichtjes, in de door U voorgestelde volgorde afgedrukt. - [mijn broeder] Izaak, vgl. M.-I, 152m. - [ook al] klemtoon op al, in de bet.: wèl (vgl. al of niet). - [Traan enz.] deze aanmerking ziet op de volg. regels:
de stomme traan, dien u zijn dood verwekte
Getuigt genoeg, sints hem de zerk bedekte,
Wat schat het graf in hem verslond.
(Lijkzangen, a.w. ongepag.) |