Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794
(1955)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd235. Bilderdijk aan J. le Francq van Berkheij, 22 Jan. 1786.Hs. Kon. Bibl. Cod. 131 G 30.
Amicissime! Onze processen blijven schoon in statu, en dit valt aanmerkelijk tot ons voordeel.Ga naar voetnoot1) Ik verlang echter, daar 't einde van te zien. Doch iets anders. Eens heeft U.E. mij f 100, - geavanceert, en te vooren had UE. nog eens een rekeningtjen voor mij aan HeyligertGa naar voetnoot2) betaald. Heeft U.E. daar ook aanteekening van? Zoo ja, wees zoo goed mij te melden, hoe veel dit geweest zij. Ik moet anders een hoop met quitantiën doorzoeken, die met mijn verhuizenGa naar voetnoot3) alle door elkaar geraakt zijn. Ook vind ik dat mijn voormalige KlercqGa naar voetnoot4) verzuimd heeft te registreeren de Declaratie van onkosten, op de DiminutieGa naar voetnoot5) tegen ChasteleinGa naar voetnoot6) c.s. gevallen. UWE. zou mij singulier veel plaisir | |
[pagina 217]
| |
doen, mij dezelve te rug te zenden, op dat mijn boek eens in orde gerake. Ik zal er dan tevens onze Conventie omtrent die DeclaratieGa naar voetnoot7) op aan teekenen. Hartelijk groet ik UWelEd., de JuffrouwGa naar voetnoot8), en Uwe kinderen. Zoo doet ook mijn vrouw, die ik geloof dat wederom zwanger is.Ga naar voetnoot9) - Vale, ac nos, uti T.T. Bilderdijk. 's-Gravenhage 22 Jan. 1786. |
|