Briefwisseling. Deel 1. 1772-1794
(1955)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtelijk beschermd86. Bilderdijk aan Mr Barth. Jac. van Meurs, 28 April 1783.Hs. Notulenboek van Schout en Schepenen van Leiden, R.A. 150, boek 13, fo 367 vv. Gedrukt: Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden en omstreken, 1949, 103.
De huysvrouw van zekeren Abraham de Ros, te Leyden in de Marsmansteeg woonende en aldaar een fruitwinkeltje doendeGa naar voetnoot1), | |
[pagina 147]
| |
heeft zich deezen morgen by Heeren Commissarissen van den Hove beklaagd, dat zy, op den 13den laatstleeden het ongeluk gehad hebbende, dat haar kindGa naar voetnoot2) verdronken is, alvorens hetzelve te mogen doen begraven aan UEd. een somme van f 82:4 heeft moeten betalen, en thans nog van wegens UEd. aangesproken is tot voldoening van 24 st., die in de voorsz. somme te min bereekent geweest zouden zyn, het geene in den bedroefden toestand, waar in deeze luiden verseeren, niet alleen ten hoogsten grievend voor hen is, maar in aanmerking van hun bekrompen omstandigheden (die door de afvordering van een zoo zware som gelds, welke zy niet in staat geweest zyn byeen te brengen dan door het verpanden van hun goed en met stilstand van een aanmerkelyk gedeelte hunner sobere kostwinning, geweldig geäggraveert zyn) van de uiterste hardheid, om niet meer te zeggen. Het is uit dien hoofde, dat welgemelde Heeren Commissarissen als ten sterkste gesurpreneert wegens een zodanige handelwys omtrent lieden van welke men hier ter plaatse in gelyken gevalle niets zoude afvorderen, my gelast hebben UE.Ga naar voetnoot3) Hunnentwegen te schryven, teneinde Uwe informatie op dezen te bekomen en ik acquiteer my des met te meerder genoegen, daar ik niet twyffel, of er zal in het afeischen van de voorsz. som eenig wanbegrip plaats gehad hebben, hetwelk ik my vleie dat UE. conform aan de menschlievende en aequitable intentie van welgemelde Hun Edel Mogenden de humaniteit en cordaatheid wel hebben zal van zonder ulterieure demarche te repareeren. In afwachting van Uw andwoord zoo dra mogelyk onderschryf ik my met billyke achting etc. - |
|