59. Bilderdijk aan Mr Rhijnvis Feith, 5 Aug. 1781.
Hs. Familiearchief-Feith. Gedrukt: Ts. Ndl. Taal- en Ltk. 1905, 76. Aldaar niet het adres: ‘ten huize van den Weledelen Heere A. Drabbe op den Rijn, bij de Korenbrug, te Leyden.’
p. 76 m.: |
[Sedert Uw afzijn] vgl. br. 55, aan F.: t.a.p. 75 m. Feith is dus over Amsterdam, waar B. tijdens de vacantie vertoeft, naar Leiden gereisd, en logeert daar bij den koopman en zeepzieder Adriaan Drabbe (1716-1782) die gehuwd was met zijn achternicht Elisabeth Feith (Genealogie-Feith, 1924, no. 112. Sterfdatum daar onjuist: hij overleed in Mrt. 1782 blijkens begr. reg.). Vgl. ook p. 128 m. - [naar Rotterdam] naar de jaarverg. van het Gen. S.S.G. op 16 Aug., waar Feith de gouden penning voor zijn prijsvers De Menschlievendheid uitgereikt zou worden (Dichtöef. IV, 181, 291). - [Bussingh] te Delfshaven, waar zijn Vader pred. was. |
p. 76 o.: |
[het verdrukt wordende blaadje] de Vertelling voor de Minnedichteren en hunne Lezeren, bestemd als bijvoegsel bij Mijn Verlustiging, welke bundel omstreeks dezen tijd verscheen of kort tevoren verschenen was (zie br. 67, aan F.: t.a.p. 84 o.). Vooraf gaat een vers van François Halewijn (medicus te Leiden, lid v.h. Gen., Naaml.): Op de Gedichten, getijteld Mijn Verlustiging, waarin B.'s naam wordt genoemd. Voorts een prent van den Minnegod, en een vierregelig epigram. Zie over een en ander Pan, in DW. XV, 411 vv., en Koll. I, 124, 126. - Het blaadje is dus eerst verkeerd gedrukt. Werd het stukje misschien op raad van en in overleg met Feith gewijzigd? - [onze Geuzen] zie p. 111 b. - [het andere] waarschijnlijk de correctie van het blaadje. - [Jeronimo] Jer. de Bosch. Zie br. 54 (p. 115 vv.): B. heeft hem dus weer ontmoet. - [Porjeere] zie p. 93 m. - [Asschenberg] 1726-1792; lid van Laus Deo Salus Populo: ook van hem psalmen in de berijming-1773; dichtte vooral vertellingen en anecdoten op rijm. Hij behoorde tot den kring van De Bosch en Pater; was doopsgezind. |