Hollands verlossing. Deel 1(1813)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt, Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Holland verlost. Welk een heerlijk morgenlicht, Volgt het aakligst duister! Hollands dageraad gaat op Met vernieuwden luister! Geen verwoede Dwingeland Zal ons meer verdrukken, En het afgebeden kroost Ons van 't harte rukken; Geen vermetele overmoed Zal ons meer bevelen; En geens trotsaarts dorst naar roem Met ons leven spelen. [pagina 52] [p. 52] Neen, wy zien geen lijken meer Stroom en meir verbreeden, Die het golvend menschenbloed Uit hun boord doen treden. 't Leven houdt thands op, tot straf, Ja, tot vloek te wezen; Want een nieuwe gloriezon Is ter kim gerezen. Neêrlands nijverheid en vlijt Zal zy mild bestralen; En de zegen van voorheen Zal op Holland dalen! Droeven, beurt het hoofd dan op! Geeft geen moed verloren! Hollands redder nadert reeds; Holland is herboren! [pagina 53] [p. 53] Dankt den God van Nederland, Dat Hy 't monster velde, Dat u als een slavenhoop, In zijn boeien knelde! Dankt den God van Nederland Die uw beê verhoorde, En des trotsaarts dol ontwerp Door zijn wenk verstoorde! Hy is nog die zelfde God Die de Spaansche banden, Van uw bloed en tranen nat, Losbrak van uw handen. ô Vertrouwt uw lot aan Hem Zonder tegenstreven, En blijv' dit zijn liefdeblijk In uw hart geschreven! [pagina 54] [p. 54] Slaat de handen moedig saam! Plicht en eer bevelen; God zal door Oranjes hand Al uw wonden heelen! Den 1sten van Wintermaand 1813. K.W.B. Vorige Volgende