Geschiedenis des vaderlands. Deel 8
(1835)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 265]
| |
is mij niet gebleken: ook niet voldoende uit de MS. aanteekeningen van b's. lessen, die ik heb kunnen gebruiken.] | |
Bladz. 101, 201, 237. v. (Maurits.)[Het kan mijn doel niet zijn alle Schrijvers over maurits - of een der andere Nederlandsche Vorsten op te geven; anders kon ik hier beginnen met de Mauritias van g. ens, en eindigen met het geschrift van nu wijlen Ds. a. stolker (of nog latere School- of Kinder-Leesboekjes): doch ik moet, vooral ook om de bijgevoegde historische Aanteekeningen, herinneren aan het historisch gedicht Maurits van Nassau, Prins van Oranje. In zes Zangen. Door j. nomsz. Amst. 1789. - Zijn Willem I. die als Dichtstuk zeer veel beter is dan dit, had ik bij het vorige Deel, om de zoo even gezegde reden, niet vermeld.] | |
Bladz. 125, ond. aan. (Spinola's dood (1630).)[‘Les Trophées d'Ambroise Spinola; - célèbrez par six Orateurs, Flamen, Frison, Imperial, Brabanceau, Espagnol, et Italien. Composez en Latin par nic. vernulaeus Historigraphe de Roy, et Professeur public d'Eloquence en l'université de Louvain. Traduits en François par un Religieux de l'Ordre des freres Prescheurs du College des PP. Hybernoys. - à Louvain, 1631, pp. 101. 8o. - VernulaeusGa naar voetnoot1 is echter, gelijk men begrijpt, alléén voor al die zes personen opgetreden. | |
[pagina 266]
| |
L'Orateur Frison, p. 18-34, ‘fait mension, avec louange, des victoires du M. de Spinola qu'il a emportées proche du Rhin et en Frise;’ - doch het geheele stukje schijnt mij voor onze krijgs-geschiedenis, gedurende al den tijd dat deze waardige Mededinger tegen onzen Maurits overstond, dus sedert 1602, niet onbelangrijk.] |
|