De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 15
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijVoorberigt.[Een Vader, die als Geleerde en Dichter eenigen naam gemaakt heeft, en met zijne Gade en eenig Zoontje te midden eener groote Stad tamelijk afgezonderd leeft, vond eene aangename verpoozing en pligtsvoldoening tevens in tot Schrijfmeester te strekken aan zijn kind. Als voorschriften van schrijven ontvloeiden hem ongevoelig deze zedelessen en leefregelen; - eenvoudige en ligt bevattelijke voorschriften van wijsheid en deugd. Zoo schenen ze althans aan eenige vrienden, die toevallig die schrijfboekjes onder de oogen kregen; en zij hielden gestadig aan, dat deze Spreuken bewaard en verzameld mogten worden, en tot uitgebreid nut (vleijen zij zich) voor andere kinderen en huisgezinnen algemeen uitgegeven. Toegevende aan dit verlangen, liet de Vader tot besluit der schrijflessen het knaapje deze opgaven uitzoeken en in een afzonderlijk boekje verzamelen; - en zoo had dan het tienjarig jongske een boek geschreven voor de drukpers. Om het vooroordeel en de hindernis tegen het meer | |
[pagina 220]
| |
algemeen gebruik dezer Zedelesjes wegens de hem eigene spelling te vermijden, heeft de Opsteller vergund, dat in de kleinere, meer voor kinderen bestemde uitgave, Zetter en Corrector de spelling van den Hoogl. Siegenbeek zouden in acht nemen. De Uitgever heeft verzocht ook eenige exemplaren te mogen drukken in groot 8o, die bij 's Dichters overige werken konden gevoegd worden, en heeft daarin deszelfs eigene spelling behouden. - Meer was het niet noodig bij de uitgave van dit boekje te zeggen.] |
|