de Geestelijke wareld met de uiterlijke, of liever zintuiglijke, in beider zoo innig verband, ja eenheid, is voor hem verbroken. Hy spotte dus vrijelijk met alle waarheden, die niet in den kring eener proefondervindelijke zoogenaamde Natuurkunde zoo als zy tot nog toe bestaat, plaats houden. By zich-zelven t' huis te zijn, blijft hem onbekend, en lichaamlijke schijn is alles, waar hy in berusten kan. Hy gevoelt even weinig wat (innig en wezendlijk) Poëzy, en wat hare Waarheid is. Zoo dra hy de Westersche omplooiing van het Geestelijke met het Lichaamlijke in haar smaken kan, is hy wel voldaan; en 't verheffen der stoffelijkheid tot het geestelijke, of het vereenzelvigen van die beide, is hem eene Oostersche vreemdigheid. Doch hy zal in mijne latere schriften wel meer vinden, dat voor hem niet geschreven is, en op meer gezuiverde zelfkennis beidt, dan ik van eenige verstandfilozofie (als tot nog plaats grijpt, en voor wie zekerlijk alle bovenzinlijke waarheden dwaasheid zijn moeten) verwachten durf. Mocht men den onvergelijkelijken Leibnitz recht en innig leren verstaan, en van alle Engelsche Filozofie het bloot opzamelen van natuurproeven behouden, het menschdom zou zekerlijk minder geslingerd en gelukkiger zijn. Maar wie verstaat, of wie proeft, als het waarheid geldt? Daartoe zijn de Leerstelsels in hare ronding, daartoe de toejuiching der wareld, te lief. Maar wat echter is, dan de Waarheid, volstrekt en betrekkelijk?
Intusschen geloove men niet, dat ik hier eene nieuwe waarheid ontdekt meen te hebben. Het gevoelen van de wording der dieren, hier voorgedragen, en zekerlijk (zoo ik iets gevoel) Dichterlijk, is verre van nieuw te zijn. Ik heb voor het Dichtstukjen eenige woorden van den voortreflijken Ramsay, hiertoe betrekkelijk, aangevoerd, en voorts in zeer korte aanteekeningen, tot eenige enkele wenken der Heilige bladeren verwezen, waarin onder de afgevallen Engelen eene driesoortigheid ondersteld schijnt te worden. Den geheelen samenhang der zake, uit de honderden plaatsen die hier toe te brengen zijn, voor te dragen, zou eene opzettelijke Verhandeling eischen.