De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 15
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijInhoud van het eerste deel:De Geestenwareld. - De Echt. - Zucht naar 't Vaderland. - losse stukjens: Weldadigheid. - By eene afbeelding van 's Heilands krebbe. - Aan mijne Egâ met mijne Winterbloemen. - Aan den Heer en Mr. Valckenaer. - Dichtrenvlucht. - Het Leven. - De Dood. Op mijn verjaardag. - Bede. - Onsterflijkheid. - Sadig. - Op het Bombardeeren van- Genua. | |
[pagina 164]
| |
Inhoud van het tweede deel:Het waarachtig goed. - Homerus Ilias, zesde zang. - Uittreksels uit Apollonius van Rhodus. - Konlath en Oithona. - losse stukjens: Zeevaart. - Levenspijn. - In den vriendenrol van den Heere Mr. Rhijnvis Feith. - Eens Vaders uitboezeming op de bruiloft zijner Dochter. - Aan den Heer Theodorus van Kooten, in zijn vriendenrol. - Geestbedaardheid. - De slaap. - By een Dichtstuk mijner Egade. - Het Sijsjen. | |
Voorbericht.In het afnemen van mijn leven en krachten heb ik Najaaren Winterbladen en bloemen gegeven, zoo veel my de stormen en onweders toelieten; en ik ben op deze wijs tot den oever van het Doodenrijk genaderd. Wat kan ik thands nog opleveren, bloote schaduw van myzelven geworden en den schimmen der uitgeleefden gelijk? - Homerus heeft den donkeren en benevelden toegang des doods met AffodilleGa naar voetnoot1 beplant. Welaan, plukken wy ook hiervan een handvol, eer wy uit het oog onzer tijdgenooten verdwijnen!
1813. |