De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 127]
| |
Genezing.Ga naar voetnoot*Mijne Egâ krijgt een kwaal waarvoor al de Artsen staan;
Een Duitscher koomt in 't land en biedt me een voorschrift aan.
Wat voorschrift! 't Is een gift, afgrijslijk in zijn werken:
‘Dit (zegt hy) neemt haar licht deze ongemakken af.’ -
'k Beken, de ziekte is weg, wanneer men ligt in 't graf;
Maar liever God betrouwd die 't grievend onheil gaf,
En, wil Hy 't, in genâ zijn voortgang kan beperken. -
Zoo sprak ik, Hy verhoorde, en 't onheil was geweest.
Bid, Christen, 't is uw God, die lijf en ziel geneest!
1825.
|
|