De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
WillenGa naar voetnoot*De willen zijn zoo wild dat yder wil zijn wil.
Rodenburg.
In Hoecx en Cabeljauws.
Ja, ieder wil zijn eigen wil;
Hoe wordt die kijvery toch stil?
My dunkt, ik wist, hoe onbedreven,
Een middel aan de hand te geven.
Dat ieder willer, wijs of zot,
Eenvoudig willen wilde als God,
Dan ware er nergens tegenstreven,
En 't wierd een eeuwig vreêgenot.
1825.
|
|