De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijWare schranderheid.Ga naar voetnoot*Non est quod simules -
Horatius.
Wat 's wijs- of schranderheid die alle List te loor stelt,
Hoe fijn zy pinkoogt, gluurt en argwaant, loert en sluipt?
't Is braafheid die geen fiel zich ooit als mooglijk voorstelt,
Oprechtheid die nooit momt, of aanhang vormt of kuipt.
Vergeefs wil List de list met tegenlist verschalken;
Een toeval slaat de schaal van uit heur evenwicht:
Geen Jager in het veld, die valken jaagt met valken;
Geen brak wordt, tot den krijg met brakken, afgericht.
| |
[pagina 103]
| |
De Oprechtheid is de List een onbekende reiger
Die d' afgerichten valk op spitschen snavel wacht,
Gevaarlijk voor het dier naar mate 't hooger steiger'
En met vermeetler vaart zich neêrstort op zijn jacht.
ô Christen, wend u nooit tot zielverbergend veinzen!
Hy wandelt onbekendst, die ongemaskerd gaat.
Geen schrandre die niet ziet door 't deksel der gepeinzen;
Geen veinzaart die gelooft aan 't onvermomd gelaat!
1825.
|
|