De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 448]
| |
Lentebede.Ga naar voetnoot*De harde winter is vervloten;
Geen stormwind schudt de dorre haag,
Geen ruisselende regenvlaag
Wordt op den veldgrond neêrgeschoten;
Een balsemende Lentelucht
Doordringt der planten zwellende aderen
Ontwikkelt bloessemknop en bladeren,
Doorademd van des levens zucht.
ô Gy, wiens hand en veld en hoven
Met geurig kruid en bloemen siert,
En 's Hemels wentelloop bestiert
Om 's aardrijks vruchtbren schoot te stoven:
Geef, by de ontloken bloessemschat
Van Uw weldadig welbehagen,
Ons hart de dankbre vrucht te dragen
Die zaad voor de eeuwigheid bevat;
Ontwikkel by 't verrukt ontwaken
Der ingesluimerde Natuur,
In ons 't bedolven levensvuur,
En laat het U ter eere blaken!
En daar de bie om 't frissche kruid
Op 't gonzend vlerkjen rond mag zweven,
ô Laat mijn Lofzang t' Uwaart streven,
En stort' hy U mijn boezem uit!
Na het Ethiopische by Jones.
1824.
|
|