De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij[De taal.]Ga naar voetnoot*The proper study of mankind is man. Den mensch te kennen, is des menschen wetenschap;
Maar nimmer kent men hem uit klaatrend schoolgeklap,
Door meesters 't extrenbroed in 't kooitjen voorgebrabbeld,
Terwijl 't, ontroofd aan 't nest, op de ijzren tralie knabbelt.
Neen, toon hem in de Taal, die uit zijn boezem breekt,
Door de oudren in hun kroost met d' adem opgekweekt,
't Ontvloeisel van zijn ziel, door 't lichaam uitgedreven.
Daar schuilt zijn menschheid in, zijn zelfgevoel en leven.
Zoek in u-zelv' de Taal, en ken u-zelv' in haar:
Haar spiegel is ons Al, haar uitdruk 't menschlijk waar.
1822.
|
|