De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 312]
| |
De Noordsche taal.Ga naar voetnoot*Maar zoude ik u in achtloosheid vergeten,
En bieden u mijn boezemhulde niet,
Die, op de spits van Heklaas rots gezeten,
Met drielingstaf aan 't stugge Noord gebiedt?
Gy Godenspraak, gestamd uit de Oosterlanden,
Der Azen taal, der wijsheid van een stam
Die aan den boord der verste wareldstranden
By 't morgenlicht der kennis oorsprong nam!
U, Zustertaal der echt Germaansche spranken,
Uit eenen wel met de onze voortgevloeid,
U vlieten ook mijn Nederlandsche klanken;
Herbloei ook gy, als onze rank herbloeit!
1822.
|
|