De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan Klorinde.Ga naar voetnoot*Spreidt ge anders niet dan dit verganklijk schoon
Op 't lief gelaat, in 't vurig oog ten toon,
Waan niet, dat dit een edel hart doe blaken:
De onzuivre ziel bidt de aardsche vormleest aan,
En dartle drift verstrikt in valschen waan
Dien schrandre kunst zich eigen weet te maken.
Maar ware glans draagt echten Hemelgloed:
Geen schemerschijn vermag door 't hart te dringen;
Die schoonheid slechts, die zetelt in 't gemoed,
Straalt door in 't oog dat ziel en zin kan dwingen.
1821.
|
|