De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 284]
| |
Woorden.Ga naar voetnoot*Gewoonlijk meent een mensch wanneer hy woorden vindt,
‘Daar schuilen vast gedachten onder;’
Doch dikwijls is het enkel wind;
Of, zoo 't iets meer mag zijn, 't is oude beedlaars plonder,
Omhangen met het ordenslint
Dat m'Ezels om de schouders bindt,
En 't geen ze van 't onnoozel kind
By 't ramm'len aan den hals, doet aanzien als een wonder.
Gy daarom, wat gy leest of hoort,
Hou ieder woord slechts voor een woord.
Verlichting - vrijheid - menschenwaarde -!
Ja, heerlijk klinkt het in 't geluid;
Maar 't is slechts jammer voor onze aarde,
Dat al die poespas niets beduidt.
1821.
|
|