De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijOp de zelfde.Ga naar voetnoot*'k Ben Myrons werk, niets meer. Ontzet ge u, die my ziet;
Hem koomt verwondring toe, maar my, zijn schepsel, niet.
Nog ben ik 't geen ik was eer my zijn hand herteelde.
'k Was erts, versmolt in 't vuur, en vloot in de aard tot een:
Ik bleef 't, en hou mijn vorm van vreemde macht te leen;
Mijn leven - is de geest des kunstnaars die my beelde.
1818.
|
|