De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 144]
| |
Braafheid.Ga naar voetnoot*The brave man seeks no popular applause,
Nor overpow'r' d with arms deserts his cause.
Unshamed, tho' foil'd, he does the best he can:
Force is of brutes, but honour is of man.
Dryden.
De brave zoekt noch lof noch eerbewijs,
Maar kwijt zijn hart. Zijn poging moog mislukken,
Nooit zal zijn ziel voor 't dolle volksgekrijsch,
Nooit voor 't geweld, het overstelp' hem, bukken.
't Is ware moed, die nooit het recht verlaat:
Ons deel is Eer, 't Geweld voeg' woeste dieren,
Wier meerderheid in tand en klaauw bestaat!
Rechtschapenheid, zie daar ons zegevieren!
Een ander zie op d' uitslag van het lot;
Wy, niets dan plicht, als doel van 't plichtbetrachten.
Ons loon is, plicht; en onze rechter, God!
En onze lof, geen' andren lof te wachten!
Standvastigheid berust niet op de hoop,
De losse hoop van Staatverwisselingen;
Zy woont in 't hart, dat, wat ook andren noop',
Door geen belang zich kluistren laat of dwingen;
Zoo lang volhardt, als God volharden zal
Zich-zelf te zijn: Hy, nooit ontaard in logen,
Maar eeuwig waar, en meester van 't Heelal!
Wat Hy gedoogt, kan ook ons hart gedogen.
De Wareld woel' en doem', in onverstand,
Wie vruchtloos lijdt, als 't werktuig van zijn lijden!
Wy lijden, ja; maar, lijden van Gods hand
Is beter deel, dan zich met Haar verblijden.
| |
[pagina 145]
| |
Ontvliê dat leed, en huile in 't wolvenwoud
(Ten koste van zijn zielsrust en geweten)
Met andren meê, wie deugd voor schaduw houdt!
Die 't kruis verzaakt, die mag geen Christen heeten.
Ons is die naam veel meer dan kroonen waard,
Dan al ons bloed, dan al des Aardrijks weelde.
Gy, Heiland, leeft, die hem Uw vriend verklaart,
Die om Uw naam in Uw verdrukking deelde.
Wie U belijdt, met woord en daad belijdt,
ô Dien berouwt het doorstaan niet van plagen,
Hoe hard het vall'! Gy, die ons alles zijt,
Gy zult het hart dat op U rekent, schragen.
1805.
|
|