De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Aan Albeschik, ter maaltijd verschijnende. Martialis gevolgd.Ga naar voetnoot* Maakt ge elders u geliefd met eeuwig nieuws vertellen, Thands moogt ge, ô Albeschik, u van die last ontslaan: Ik heb geen' Post van Staat noch Dagmaar op te stellen, My gaat noch Fransche krijg, noch Poolsche Rijksdag, aan. My lust noch Hofmaitres, noch Grootvizier, te kennen; Noch uit- noch wedertocht van eenig Regiment; Noch 't uur waar op Katjou zijn zevenspan zal mennen; Noch wien de Compagnie naar de Oosterlanden zendt. Ik wil van open ampt noch van begeven hooren, Van niemands ondergang noch opgang in 't heelal, En 'k heb voor lastertaal geheel onwillige ooren, Zoo wel als voor den kreet van 't zinloos lofgeschal. Kan andren dat gerel van ieders zaken streelen, Ik ben my-zelv' genoeg, en eet mijn eigen brood; En, wilt ge mijnen disch als vriend en broeder deelen, Zoo zwijg, of leer me iets nuts, of - wees voor eens genood! 1791. voetnoot* Verspreide Gedichten I, 100. Vorige Volgende