De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 390]
| |
Mijne afkomst.Ga naar voetnoot*Vergrijsd, door ouderdom en doorgestane ellenden
Verslenst, en uitgeput van geest- als lichaamskracht,
Gebonden door de kwaal die 't leven gaat volënden,
En 't oog op Hem gevest die uitriep: ‘'t Is Volbracht.’
Blaast met vermoeiden hals, maar door geen leed bezweken,
Voor Nassaus Vorstenstam zijn laatsten ademtocht
De nazaat van een stam, wien nooit in 't heldenkweken
Voor Raad en Oorlogsveld één huis beschamen mocht.
Laat andren op lauwrier en waardigheden brallen
Waarmeê 't historieblad van latere eeuwen prijk',
Één onbaatzuchtig hart, één bloed, beschaamt hen-allen
In d' onverbreiden naam van 't huis van Bilderdijk.
Ge erkent, Doorluchte Vorst, dit Stamhuis van getrouwen,
Steeds standvast in het leed en needrig in geluk;
Steeds pal staande aan de zij' der moedige Nassouwen,
Vergeten by Hun bloei, maar deelende in Hun druk.
1829.
|
|