De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 281]
| |
Aan J.H. Halbertsma.Ga naar voetnoot*Mijn naam, by u bewaard, rechtschapen halbertsma!
Is meer dan 't lofgeblaas der * * * * bende.
'k Behaalde een zweem van roem, en de afgunst kroop my na,
Ik volgde hart en plicht, niets oogstte ik dan ellende!
Genoeg! 'k beklaag my niet; mijn deel was niet op de aard.
'k Beweer geen recht op 't geen waar andren dol naar trachten;
'k Was feilbaar, maar ik sterf, met geen verwijt bezwaard;
En wie met u gevoelt, zal me uwer waardig achten.
In vliegende haast, voor het krankbed mijner Egâ, in zware afmatting.
Den 4 van Herfstmaand 1826.
|
|