De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijEens grijzaarts zielzucht.Ga naar voetnoot*Niemand is goed dan één, namelijk, God. Ja, is louter ijdelheden
Is my 't leven weggegleden,
Groote God! maar ach, waartoe?
't Was op dat ik, steeds bedrogen,
Eindlijk mijn begoochelde oogen,
In beschaming open doe!
Wien Uw goedheid wil behoeden,
Voert gy door de tegenspoeden
Naar het eeuwig waarheidslicht;
En de hand der ondervinding
Schilt de schellen der verblinding
Van het schemerziend gezicht.
| |
[pagina 258]
| |
Heb voor 't doorgeworsteld strijden
Van een leeftijd vol van lijden
Dank, ô Goël, van mijn hart!
't Heeft my d' aardschen waan ontheven,
In de Hoop op beter leven,
En den wareldstrik ontward.
Maak, ô maak Uw werk volkomen!
Vloeien Uw genadestroomen
Op mijn lavingloos gemoed!
Laten ook mijn laatste stonden
De belijdenis verkonden:
‘God is onuitspreekbaar goed’!
1825.
|
|