De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 237] [p. 237] Zielzucht. (Na Petrarcha).Ga naar voetnoot* 'k Beschrei met diep gevoel mijn doorgehotste dagen, Aan sterfelijke zucht beklaaglijk toegewijd; De vleuglen, my verleend, maar nimmer uitgeslagen; En 't voorbeeld dat ik gaf aan heel mijn levenstijd. Gy die mijn zonde aanschouwt, zie thands mijn zelfmishagen, Onsterflijke Oppermacht die ook genadig zijt! Red de afgedwaalde ziel by 't jamm'rend hartverknagen, Vervul het geen ze ontbeert en siddringvol belijdt. Ja, leefde ik steeds in storm en wisselzieke baren, Geef me in voleinden koers een kalme en stille ree', En zij na 't woest gegolf mijn afscheid nog in vreê; Reik me in deze avondstond, zoo lang me uw gunst wil sparen, Uw hand, en zij my 't uur van mijne ontbinding zoet! Gy weet, geene andre hoop heeft plaats in mijn gemoed. 1823. voetnoot* Rotsgalmen I, 114. Vorige Volgende