De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 178]
| |
By mijne afbeeldingGa naar voetnoot*'k Was vreemdling op deze aard. Onvatbaar voor haar weelde,
Onthield my de Almacht al waar andrer hart om zwoegt;
Maar, waar ook 't gunstigst lot den stervling meê bedeelde,
Wat ware 't wien geen aard, geen wareld, vergenoegt?
Gy, Hemel, schonkt my 't licht, en lijden voor genieten!
'k Ben dankbaar, 'k wijze uw gift niet wederstrevig af:
Gy weet het, Gy-alleen, waartoe mijn tranen vlieten,
En schonkt me een troost in U, een Weêrhelft, en het Graf.
1815.
|
|