De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijHolland en Engeland.Ga naar voetnoot*Εἰ μὴ τεθέασαι τἁς Άθήνας, στέλεχος εἶ, Εἰ δἐ τεθέασαι, μὴ εὐαρεστήσας δ᾽, ὄνος. Neen, Holland, ô mijn wieg, die ik met eerbied groet,
Neen, nergens vind ik u, waar my de voeten brengen!
In England leeft men wel, wordt wel en sterk gevoed,
Geniet een zuivre lucht en waren overvloed;
En wel hem! die zijn kleed aan 't kolenvuur mag zengen.
Maar Hollands kalme rust, genoegen voor 't gemoed,
Rechtschapen hartlijkheid en vredig huislijk zoet,
Laat zich met Britschen aart noch Staatsbestuur vermengen. -
In Frankrijk heerscht Vermaak. De vedel en 't tooneel
Verstrekken er voor brood by Burgerstand en boeren:
De werkelooze hand verdraagt zich met de keel;
En beide zijn te vreên mits tong en voet zich roeren. -
Men trekke de Alpen door! Hier bloeit een Paradijs!
Een lucht die wellust aâmt, en weelde stort in 't harte,
Roept alles tot genot - maar tot hoe duur een' prijs!
Een doodsche vadzigheid, onlijdlijkste aller smarte! -
Welaan, naar Duitschland dan. - ô Hemel, sta my by,
Hier smooren onder 't bed, en stikken by den OvenGa naar eind1
Om by een schijn van weelde in 't hart der Barbary,
In dikken neveldamp zich hongrend af te sloven;
Gebrek te lijden aan het noodigst; 's harten lust
| |
[pagina 57]
| |
Te ontbeeren, en 't genot der zoetheên van het leven!
By de overtolligheên van Fransche en Britsche kust,
In kommer (hier, geluk!) van hartenleed te sneven!
Geleerdheid tot een gild, een zunftGa naar eind2, te zien verlaagd,
Onwetendheid en waan als kunde en inzicht eeren;
En trotsheid, die den striem van Oudren boeien draagt,
Rechtschapen' Adeldom vertrappen of braveeren!
Het geld zien aangebeên als 't hoogst, het eenigst goed;
Eer, waardigheid, en rang, geworpen voor de honden;
En de oude Duitsche trouw verschoffeld met den voet!
Zie daar, wat ik voor 't minst in Duitschland heb gevonden.
Van Godsdienst spreek ik niet. Die haar op de aarde zoekt,
Zoek' naar der Wijzen steen! licht zal hy beide vinden.
Maar, wil men Jezus naam in 't openbaar gevloekt?
ô Duitschland is het land van ware Rechtgezinden! -
ô Zalig Brittenland! ô Albionsche wal!
Gy slechts, gy kunt een schets van 't dierbre Holland geven.
De Hel of 't Vagevuur heerscht elders overal;
1805.
|
|