De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 316]
| |
Aan mevrouw.....,
| |
[pagina 317]
| |
U, die met den roem der braven,
Neêrlands, Nassauws zaak dorst staven,
En ten doel stond met uw' man
Aan den wrok der vuige slaven
Van het Fransche Vloekgespan!
U, die moedig met hem lijdend,
Met hem voor Oranje strijdend,
Goed en leven wagen dorst,
U van huis en stad verwijdend
Voor den snoodverdrukten Vorst!
In zijn lot kloekhartig deelend,
't Hart hem door uw troosttaal strelend,
By het wreedst vooruitgezicht;
Al zijn boezemsmarten heelend;
Hem versterkend onder 't wicht!
Ja, heldin, zoo heldenstukken,
Die 't gevoelig hart verrukken,
Niet bestaan in plassend bloed,
Maar laurieren zijn te plukken
Voor rechtschapenheid en moed.
Ja, aan u behoort die hulde!
Zy die steeds mijn hart vervulde,
Voor uw' echt Bataafschen aart:
Dat uw zedigheid haar dulde,
Die zich ongeveinsd verklaart.
Duld haar, ja! en mag ik 't smeeken,
Zoo aanvaard dit kleene teeken
Van mijn dichterlijke vlijt:
Laat dit offer voor my spreken,
't Zij uw heuschheid toegewijd!
1791.
|
|