De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 310] [p. 310] By het lijk van mijn tweeden zoontjen, na drie weken levens overleden, den laatsten van Grasmaand MDCCLXXXIX.Ga naar voetnoot* Vroegtijdig riep Gods wil u, teder wicht, ter rust'! Hy gaf u 't licht voor u en voor zijne Englenchooren; Niet voor 't onwaardig volk, waarin gy wierdt geboren, Dat deugd met gruwlen loont, de hand van beulen kust, En braven trapt op 't hart, die voor zijn welzijn gloren. Genoeg is, dierbaar kind, voor zulk een vaderland, Uw, uwer Oudren bloed by stroomen uitgegoten, Hun kostlijk zweet geplengd, uw erfgoed ingeschoten, En (schrijf de weldaân vrij op 't vlottende oeverzand!) Vervolging, smaad, en hoon voor dankbaarheid genoten. Neen, overdierbre spruit van zoo veel eedle Magen, God heeft uw teedre hals van zulk een last bewaard! Zijn Liefde onthief u vroeg aan de onverduurbre plagen, Door al wie de uwen zijn, met heldenmoed gedragen, 't Ondankbaar Neêrland niet, de Hemel was u waard. 1789. voetnoot* Verspreide Gedichten II, 115. Vorige Volgende