De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijHet goud.Ga naar voetnoot*Kon 't Goud de stervelingen
't Geweld des doods ontwringen;
'k Vergaarde een' groten schat,
Om, tot rantsoen voor 't leven,
Aan 't lelijk spook te geven,
Wanneer het tot mij trad.
Maar wijl men 's menschen dagen
In 't minst niet kan vertragen,
Vergeefsch is 't wat ik klaag:
Moet ik mijn leven laten,
Wat kan het geld mij baten,
Dat 'k in mijn' gordel draag?
Mag ik, voor alle schatten,
Den berkenmeier vatten
In de opgeheven hand!
Mag ik mijn' lust verzaden,
En in de weelde baden
Van 't troetelledikant!
1781.
|
|