De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 412]
| |
Mijn cyther.Ga naar voetnoot*Ik wil Alkménes groten zoon,
Verbreiden op een' fieren toon,
Zijn deugd ten loon:
Maar ach! al te onervaren
In 't hartverheffend Heldendicht,
Weêrgalmen mijne snaren
Van Pafos dartel minnewicht. -
'k Span nieuwe koorden op mijn Lier,
En zing van Mavors Veldbanier:
Maar ach! wat onvermogen!
Mijn Cyther klinkt van Venus spruit,
Weêrspannig aan mijn pogen. -
Welaan dan, mijn geliefde Luit!
Druk teêre minnelustjes uit,
In plaats' van bloedige orelogen.
1781.
|
|