De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 406]
| |
LiefdeGa naar voetnoot*Geen overmaat van kunstgedienstigheden,
Op 't winnen van een schoonheid toegelegd;
Geen teedre taal, of diergezworen eeden,
Zijn 't kenmerk, dat den liefdegloed beslecht.
Maar, zonder hoop, zich-zelven weg te schenken;
Van 't diepst ontzag voor 't voorwerp aangedaan,
Verwarringvol te staren op heur wenken;
Door 't brandend oog zijn' boezem te verraân:
Standvastig, teêr, en vurig, zelfs in 't midden
Der teistring' van de doodelijkste smart',
De vlam, waar in men wegsmelt, aan te bidden:
Zie daar de min! zij huisvest in mijn' hart'.
1781.
|
|