De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan hare koninklijke hoogheid, mevrouwe de prinsesse Douariere van Oranje en Nassau,
| |
[pagina 184]
| |
En wien de Poëzy het jeugdig hoofd lauwrierde,
Bezwijkt thands borst en taal by Feest- en zegengroet.
Laat echter, laat die groet Uw Hoogheid niet mishagen,
Daar 't zelfde hart in spreekt, dat nooit versmolt in rouw;
Dat hart, Oranjes stam voor eeuwig opgedragen,
En waar ons 't noodlot sleepte, onwankelbaar getrouw.
Smaak, nu de gloriezon de wolken door mocht breken,
Als Moeder, 't schittrend heil, uw Heldenziel bereid;
En zoo 't betreurd Voorheen nog oogleên kan doen leken,
De Toekomst delge 't uit, wat immer werd beschreid!
Heel Neêrland, weêrgekeerd, en aan uw kniên gezegen,
Aanbidt de Majesteit die Uw geslacht omhult;
Europa juicht die Kroon, en Nassaus grootheid tegen;
Mijn wenschen zijn verhoord, mijn profecy vervuld!
|
|