De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 152]
| |
Het Wilhelmuslied.Ga naar voetnoot*Lieflijk hoor ik 't vreugdelied
Door de wolken boren.
Neêrland, gy vergat het niet,
Schoon ge in 't bange zielsverdriet
Uw gevoel moest smooren.
Stijg, ja stijg, gy vreugdezang,
Vrij en onbedwongen!
Ach, Bataven; 't is zoo lang,
Sints wy, onder 't juk van dwang,
Geen Wilhelmus zongen.
Zingt den Vaderlandschen toon,
Niemand zal 't verhinderen;
Hoort, hoe lieflijk, hoort, hoe schoon,
Stemmen in dien vreugdetoon
Al Oranjes kinderen!
Met de tranen in het oog,
Tranen van verblijding,
Stijgt het vreugdelied omhoog:
Met de tranen in het oog
Om des dwangs bevrijding.
Zing dan Nassaus lied, Bataaf!
Klok en harpsnaar speelt het.
In dien zangtoon stemt geen slaaf,
Maar wie edel denkt en braaf:
Aller harten streelt het!
| |
[pagina 153]
| |
Westenwindtjen, vang dat lied!
Voer het door de wolken,
Naar des trotsaarts bloedgebied,
Die ons in den afgrond stiet
Met een reeks van volken!
Klinke 't langs de Seines boord,
Dat de Dwingland beve!
Dat het, om zijn throon gehoord,
't Volk, ten prooi aan oorlogsmoord,
Neêrlands voorbeeld geve!
Telg uit eersten Willems bloed,
Pand van 's Hoogsten zegen!
't Voere u langs den watervloed
Hollands teedren welkomgroet
Als verlosser tegen!
1813.
|
|