Personaadjen.
willem, Graaf van Oostfriesland; nu, door den dood van zijn' Broeder Diedrijk VII, Graaf van Holland. |
ada, Dochter van den overleden' Graaf Dicdrijk. |
Adelheide van kleef, Gravin weduwe van Graaf Diedrijk, zich de Ruwaardy en 't Landbestuur, op naam van hare dochter, aanmatigende. |
De graaf van loon. |
stavo, Friesch Edelman. |
Heer filip van wassenaar, Hollandsch Edele. |
De bisschop van utrecht. |
hendrik de krane, verdreven Graaf van de Kuinder. Vertrouweling van Adelheide. |
Heer hugo van voorne,}Hollandsche Edelen, Aanhangers van Adelheide. |
- dirk van altena,}Hollandsche Edelen, Aanhangers van Adelheide. |
- simon van haarlem,}Hollandsche Edelen, Aanhangers van Adelheide. |
- jan van arkel,}Hollandsche Edelen, Aanhangers van Adelheide. |
De abt van het Merweklooster. |
Een krijgesbode van Graaf Willem. |
Een dordrechtsch krijgsbode. |
Een wapenknecht van Hendrik de Krane. |
Een krijgsoverste van Willenis Hofwacht. |
Een hollandsch heraut. |
Voorts, kloosterlingen, gewapen den. hollandsche edelen van beiderlei aanhang. gevolg van Adelheide en Ada. |
Het Tooneel is deels in Dordrecht, deels in het Merweklooster, palende aan den Stadsmuur.
Het Eerste Bedrijf speelt in een met rouwteekenen behangen vertrek van het Graaflijk Hofverblijf binnen Dordrecht. Het Tweede en het Vierde in het Klooster, in 't gezicht van het Kerkchoor. Het Derde in een Gchoorzaal: en het Vijfde in een Praalvertrek van dit Hofverblijf.